Patisserie

Patisserie van de bakker

Wanneer een bakker luxe banket en zoetwaren verkoopt, spreek je over een patisserie. Een persoon die, voor zijn beroep, gespecialiseerd is in het maken van zoete lekkernijen, noem je een patissier. Een andere benaming van patissier is suikerbakker. Een patissier kan meedingen naar de titel van “Meester Patissier” door deel te nemen aan het jaarlijkse internationale World Pastry Stars congres.

De oorsprong van patisserie

De Arabieren introduceerden de eerste patisserie met hun mierzoete hapjes van honing, dadels en noten. In de middeleeuwen ontdekten Italiaanse banketbakkers het soezendeeg. Door gebruik te maken van dure ingrediënten als amandelen en suiker, creëerden zij luxe gebak voor de adel en rijken. Rond 1560 werden de kostbare ingrediënten minder schaars en daardoor ook toegankelijk voor andere banketbakkers. Zo veranderde de bakker in een patisserie. Het gebak dat gemaakt werd zat niet alleen vol met luxe ingrediënten, maar zag er ook heel mooi uit.

Hoe wordt een bakker patissier?

Zowel in Nederland als in Vlaanderen bestaan verschillende opleidingen om je als bakker, tot patissier te scholen. Ook zijn er bedrijven die masterclasses, workshops en trainingen aanbieden. Het maken van patisserie is een ambacht. Een patissier maakt zijn gebak met de hand. Je kunt ook een opleiding tot patissier chocoladewerker volgen. In dat geval richt je je meer op het maken van pralines, chocolade gebak en ambachtelijke chocolade producten.

Patisserie van de bakker

Patisserie koop je, met name, wanneer je iets te vieren hebt of als cadeau. Er zijn een aantal wereldberoemde patisserieën, waar klanten dagelijks in de rij staan om hun zoetwaren te kopen. Niet alleen de patisserie, maar ook de verpakking heeft een luxe uitstraling. De meest bekende patisserie producten zijn de volgende:

  • Macarons: Twee kleine, ronde, amandel meringues met ertussenin een botercrème of ganache. Macarons zijn verkrijgbaar in veel verschillende smaken, waarbij de kleur van de macaron overeenkomt met de smaak.
  • Éclairs: Een langwerpige soes, gevuld met banketbakkersroom en aan de bovenzijde bestreken met een laagje glazuur in verschillende smaken.
  • Petit fours: Kleine gebakjes gemaakt van cake met slagroom, chipolata of bavarois. Ze kunnen bedekt worden met marsepein, chocolade of glazuur. Als garnering wordt suikergoed of chocolade gebruikt.
  • Saint-Honoré: Een taart met een bodem van bladerdeeg. Langs de rand worden soesjes geplaatst, gevuld met banketbakkersroom of crème chiboust. In het midden wordt de taart ook opgevuld met crème chiboust. De buitenkant wordt bestreken met gekarameliseerde suiker. 
  • Paris-Brest: Een ring van soezendeeg, doormidden gesneden en gevuld met praliné room. De bovenkant wordt versierd met amandelschaafsel en poedersuiker.
  • Religieuses: Een groot en klein soesje, bovenop elkaar, gevuld met banketbakkersroom in koffie en chocoladesmaak. Aan de buitenzijde worden de religieuses voorzien van glazuur in de smaak van de room.
  • Citroen meringue: Taartjes gemaakt van korstdeeg, gevuld met citroencrème waarover meringue wordt gespoten. De meringue wordt licht gekaramelliseerd.
  • Millefeuille: Gebakjes gemaakt van 3 rechthoekige bladerdeegplakjes, met daar tussenin custard of vanillecrème. De bovenzijde wordt gedecoreerd met fondant en een patroon van chocolade.

Wil je meer weten over de verschillende soorten patisserie, informeer dan bij een bakker uit de buurt. Meer informatie over bakkerijproducten, lees je op deze website.

Brood